
De negentien Brusselse burgemeesters hebben, zoals verwacht, hun kritiek geformuleerd op de voorgestelde fusie van de zes politiezones. Ze spreken van een “fout antwoord op een reëel probleem” en een “meerkoppig monster dat de gemeentelijke autonomie bedreigt”. Dit is een krampachtige verdediging van de status quo die de Brusselse veiligheid en financiële stabiliteit al decennia ondermijnt.
Ergens begrijp ik hun standpunt wel: de negentien gemeentehuizen zijn Franstalige vlaggenmasten met negentien kapiteins roepend uit hun kraaiennest, al staan ze samen op een zinkend schip. De financiële analyse van de zes politiebegrotingen over de periode 2002-2023 schetst een somber beeld met enkele grote structurele gebreken. De rekeningen van de zes zones doken in 2022 en 2023 samen met bijna 45 miljoen euro in het rood. Dit is het zoveelste teken aan de wand dat de Brusselse besturen kopje onder gaan.
De burgemeesters beweren dat er “geen objectieve data, studies of adviezen van experts” zijn. De cijfers van hun eigen boekhouding zijn blijkbaar niet objectief genoeg. De realiteit is dat uitgaven al jaren sneller stijgen dan inkomsten. De grootste drijfveer achter die uitgaven zijn personeelskosten, die van 283 miljoen euro in 2002 naar 715 miljoen euro in 2023 zijn geëxplodeerd.
Democratische controle
De inkomsten, hoewel ze ook stegen, hielden simpelweg geen gelijke tred met deze onbeheersbare groei. Als kers op de taart: er is al 22 jaar lang geen enkele reserve opgebouwd om deze tekorten op te vangen. Nul. Alors, rien ne va plus.
De claim dat de fusie de “democratische controle zwaar zal aantasten”, zoals burgemeester Maingain beweert, is de wereld op zijn kop. Welke democratische controle is er over een systeem waarbij iedereen bevoegd is, maar niemand verantwoordelijk? Het toezicht en de coördinatie door het Gewest is zwaar ontoereikend en wordt zelfs niet getolereerd door de negentien burgemeesters en hun ‘conferentie’.
Het huidige model heeft van Brussel de tweede meest gewelddadige stad van Europa gemaakt. Versnippering is niet de kracht van Brussel, het is haar grootste zwakte: een kafkaiaanse bureaucratie waarin camerabeelden of een proces-verbaal niet gedeeld kunnen worden en niemand patrouilleert op grensstraten.
Dan is er nog de roep om “meer financiering”. Het is de meest voorspelbare en, gezien de feiten, meest cynische eis. Nochtans is een gebrek aan agenten en centen niet het fundamentele probleem, leren we uit (inter)nationale vergelijkingen. Maar hoe besteden we ze? Brussel is een armlastig financieel zwart gat geworden. De burgemeesters weigeren de onbeheersbare (kosten)structuur aan te pakken en vragen meer geld.
Neen, de financiële putten zijn niet louter “de schuld van federaal” en de befaamde “KUL-norm”. Die benadeelt weliswaar grote steden en gemeenten, maar Brussel wordt daarvoor gecompenseerd met onder andere een Brusselpremie, een taalpremie en een jaarlijkse zak geld van 55 miljoen euro genaamd Fonds Europese Toppen. Extra centen die andere steden niet krijgen.
Partijpolitieke fetisj
De gemeentelijke bijdragen in Brusselse politiebudgetten zijn de afgelopen twintig jaar gedaald, terwijl federale overdrachten zijn gestegen. Het gemeentelijke aandeel in de totale financiering is afgenomen van 70 naar 61,5 procent, terwijl het federale deel is gestegen van 27 naar 37 procent. De federale en gewestelijke overheid moeten al jarenlang gaten dichten, terwijl lokale tekorten oplopen.
Vandaag staan elf van de negentien gemeenten onder financiële curatele. Een aantal gemeenten slaagt er jaar na jaar niet meer in om tijdig een begroting te presenteren, en het Gewest is al helemaal een financiële krater. Dat is de realiteit in Brussel vandaag: armlastige besturen hebben jarenlang verzuimd te hervormen. Nu de koffers leeg zijn en de straten gevaarlijk, willen ze hun gebrek aan daadkracht opnieuw op de federale overheid afschuiven.
De fusie van de politiezones is geen partijpolitieke fetisj. Het is een noodzaak en de enige realistische oplossing om een einde te maken aan financiële teloorgang, bestuurlijke inertie en operationele inefficiëntie. Daarvoor hebben we mensen van goede wil nodig die deze uitdaging met open vizier aangaan.
Dit is niet de tijd voor politieke spelletjes, retoriek over autonomie of vage beloften. Het is tijd voor eenheid, slagkracht en transparantie. Brussel verdient een politie die werkt als één geheel, met een duidelijke commandostructuur en een solide financiële basis. Elk ander antwoord is schuldig verzuim.