Brussel kampt met een gigantisch geweldsprobleem. De rellen van afgelopen zon- en maandag zijn in dat opzicht een faits divers geworden. Ik gebruik die term bewust en provocatief, want die gebeurtenissen zijn allesbehalve losstaande nieuwsfeiten van beperkt belang. Wel leggen ze een aantal diepgewortelde maatschappelijke breuklijnen pijnlijk bloot.

Vanuit veiligheidsperspectief zagen we een eerste, gekende breuklijn: het gebrek aan een omvattend veiligheidsbeleid voor Brussel. De bekerfinale tussen Anderlecht en Club Brugge stond wekenlang op voorhand geboekstaafd als een risicomatch.

Toen Club-hooligans metrostellen vernielden, was de MIVB genoodzaakt de metro stil te leggen. Een grote groep hooligans kon te voet verder trekken. Waarom was er geen coördinatie en onmiddellijke reactie van de politie? Was het gewestelijke crisiscentrum operationeel en waar was minister-president Rudi Vervoort (PS), bevoegd voor de coördinatie van het veiligheidsbeleid?

Zo konden die nozems ongehinderd Molenbeek en Jette intrekken en een totaal verwerpelijke racistische raid houden op een doe-het-zelfzaak en mensen fysiek en verbaal aanvallen. Pas na een harde confrontatie met wijkbewoners kon de politie ingrijpen om nog erger te voorkomen. Het verhaal zou moeten eindigen bij de identificatie, vervolging en bestraffing van alle relschoppers.

Respect voor de rechtsstaat

Maar toen kwam een tweede breuklijn bloot te liggen: het vertrouwen in en het respect voor onze rechtsstaat. Na de raid circuleerden oproepen op sociale media als een lopend vuurtje. Razendsnel mobiliseerden vele tientallen mannen — jonge Brusselaars met een migratieachtergrond — om jacht te maken op Club-supporters.

Het is extreem verontrustend hoe snel en extreem gewelddadig de reactie kwam en hoe rauw en ongefilterd

De hele middag en avond werden onschuldige supporters aangevallen. Het ging om een open straatoorlog van Brusselaars tegen indringers, vooral herkenbaar aan hun kleuren. De vraag moet gesteld worden in welke mate er ook sprake was van racistisch geweld. Het is extreem verontrustend hoe snel en extreem gewelddadig de reactie kwam en hoe rauw en ongefilterd die was. Steekincidenten en zelfs een schietpartij, als zaten we aan een frontlinie.

Ook de dag nadien stond de straat weer in brand. Opnieuw vonden tal van geweldsincidenten plaats in Brussel. ‘Dit was de enige denkbare manier voor jongeren om hun stem te laten horen’, zei een jeugdwerker. Helemaal van het padje. Het racistische en totaal verwerpelijke gedrag van de Club-hooligans verdient de strengste straffen. Maar hoe snel en massaal de oproep tot vigilantisme weerklank vond, is extreem zorgwekkend.

Brussel bevuilen

Een derde breuklijn volgde al snel: de politieke recuperatie van de feiten voor de eigen achterban. PS-mandatarissen hadden het over ‘ongedierte’ en ‘hordes uitschot’ die Brussel kwamen bevuilen. Helaas was er ook de recuperatie door extreemrechts, dat het had over ‘allochtoon tuig’. Zo vormden deze partijen elkaars trieste spiegelbeeld in een opbod aan polarisatie.

Helende woorden ter ondersteuning van de rechtsstaat bleven uit. Het was haatspraak gericht aan de eigen achterban om gevoelens van onbegrip, angst, misprijzen en haat aan te wakkeren. Tot op vandaag heb ik geen PS-mandataris (of Vlaams Belanger) beide kanten van het verhaal horen veroordelen.

Ook minister-president Vervoort veroordeelde op 8 mei, de Brusselse feestdag, terecht het racistische hooligangeweld. Over de aanvallen en rellen nadien? Geen woord. Zo geef je als verkozen mandataris minstens de indruk dat geweld beantwoorden met meer geweld niet veroordeeld moet worden, zolang het over de eigen achterban gaat. Eigen geweld, goed geweld.

Gevaarlijke stad

En zo zit Brussel gevangen in een spiraal van geweld. Schietpartijen door bende- en drugsgeweld hebben van Brussel qua vuurwapengeweld de tweede meest gevaarlijke stad van Europa gemaakt. De heersende politieke klasse heeft daar geen enkel antwoord op. Er is gewoonweg geen doortastend beleid om die spiraal van geweld te doorbreken. Pijnlijke vragen mogen niet worden gesteld.

Voeg daarbij de bijna dagelijkse steekpartijen en extreme slagen en verwondingen. Enkele weken geleden werd voor mijn deur een man door drie gemaskerde mannen met staven compleet murw geslagen. Waarschijnlijk een afrekening ‘in het drugsmilieu’. De politie- en hulpdiensten kwamen gelukkig snel ter plaatse.

Een grote bloedvlek getuigde nog enkele dagen van die aanval. Ik ondervroeg Vervoort onlangs nog over de tientallen extreme steek- en geweldincidenten. Geen antwoord. Een nieuw ‘faits divers’.